-
Aflevering 1
Enkele honderden Marokkaanse niet-begeleide minderjarigen zijn al een tijd een fenomeen in en rond het Zuidstation. Een duidelijk plan hebben ze niet. Ze zijn op de dool. In namaakmerkkledij en soms zwaaiend met eurobankbiljetten posten ze foto’s in WhatsAppgroepjes om lotgenoten te tonen hoe het hen in Brussel voor de wind gaat. Maar de realiteit is grauw, hard, soms gewelddadig en meestal uitzichtloos.
-
foto: Hans Vandecandelaere Aflevering 2
Zeg niet te snel transmigranten. Brussel is voor hen een tussenstop op weg naar elders, maar voor de rest versplintert deze groep in tal van kleinere. De minderjarige Marokkanen rond het Zuidstation (Afl. 1) zijn niet vergelijkbaar met de uiteenlopende transmigranten langs het Noordstation. En de expats in al hun diversiteit vormen dan weer de adel onder de transmigranten. Een eerste illustratie van Brusselse hyperdiversiteit.
-
foto: CASI-UO Aflevering 4
Van 7 procent Brusselaars met een migratieachtergrond in 1960 naar 83 procent vandaag. Dat vraagt om een beknopte migratiegeschiedenis in drie afleveringen. Tot 1973 zetten gastarbeiders de toon, maar ook toen al was hyperdiversiteit in de maak. In die tijd ontstond ook de zogenaamde arme sikkel, de sliert van centrumgemeenten waar de uitdagingen van hyperdivers Brussel het grootst zijn.
-
Aflevering 5
Na de migratiestop van 1974 brak een tweede fase aan in de Brusselse naoorlogse migratie. Nieuwe groepen bleven aankomen, maar nu in een context van economische crisis. In de wijken van de arme sikkel werd niet meer geïnvesteerd en nam de etnische zichtbaarheid toe. Het politieke discours over de migranten werd bitsiger.
-
Aflevering 6
Na 1989 geraakte de etnische hyperdiversiteit in Brussel in een stroomversnelling. Voortaan arriveerden er mensen vanuit elke uithoek van de planeet. Ook de overheid schoot wakker. De eerste migrantenrellen hadden in 1991 voor een shockeffect gezorgd. Vijftig jaar lang hadden politici weinig of niets gedaan in antwoord op de migraties. Nu werd een inhaalbeweging ingezet, vooral in de achtergestelde wijken van de arme sikkel. -
foto: Hans Vandecandelaere Aflevering 25
Er zijn geen getto’s in Brussel, ook geen echte aankomstwijken. De volksbuurten van de arme sikkel zijn vooral lappendekens van erg uiteenlopende groepen. Die wijken worden ook constant gespoeld door vertrekkers en nieuwkomers. Kuregem als voorbeeld: ‘In het algemeen tolereert men elkaar hier, en dat is al veel.’
-
foto: Hans Vandecandelaere Aflevering 32
Hoe groot de informele economie in Brussel precies is, weten we niet. De naar schatting 120.000 mensen zonder wettig verblijf bieden wel een vermoeden, want ze moeten toch ergens van leven. Zwartwerk wit maken, kost de klant geld. Dat wil die niet en dus tolereren we uitbuiting. Hoe ziet die eruit in de vier grootste zwartwerksectoren van Brussel? ‘De Oekraïner is wit en verdient al eens tot 14 euro per uur. Onderaan bengelt de zwarte man met 2 euro.’
-
foto: vzw Convivial Aflevering 40
De kogel is door de kerk. De verplichte inburgering is in Brussel sinds juni 2022 een feit. Voor één keer lijken het Nederlandstalige en Franstalige aanbod redelijk goed op elkaar afgestemd. Nu is het wachten op de effecten. ‘Mogelijk daalt de motivatie, omdat het van moeten is. Anderzijds zullen we nu wel de vrouwen meekrijgen, die dat anders van hun man niet mochten.’