De struikelblokken van de arbeidsmarkt

Aflevering 30

Kort- of langgeschoold? Een wereld van verschil op de Brusselse arbeidsmarkt. De economische slagader van België trekt met veel hooggeschoolde jobs nog steeds te weinig eigen inwoners op de kar. En ook aan de kortgeschoolde jobs schort er wat. ‘Het Berlaymontgebouw moet je als werknemer bij Securitas ook al eens met een woordje Engels kunnen beschermen.’

In de jaren 90 kroop het Brussels Gewest uit de economische crisis. Zijn industriële werkgelegenheid was het grotendeels kwijt, maar een uitgesproken diensteneconomie zorgde voor veel rijkdomproductie. Brussel neemt vandaag ongeveer 20 procent van het Belgische BBP voor zijn rekening. Daarmee is het gewest niet enkel de economische motor van het land, het zit ook in de top van de rijkste Europese regio’s. Als je daar de metropolitane zone bij rekent, klok je af op ongeveer 30 procent van het BBP.

De internationale rol van Brussel is de spil van het verhaal. De Europese instellingen zijn goed voor ongeveer 36.000 banen, maar belangrijker zijn de vele bedrijven en organisaties die door het internationale karakter van de stad worden aangetrokken. Andere grote sectoren zijn de handel en de non-profit. Denk aan de zorg of het onderwijs. Om alles ingevuld te krijgen, werken er dagelijks zo’n 370.000 pendelaars en naar schatting 120.000 expats in het gewest.

En dan de klassieke paradox. De Brusselse economie zorgt voor veel werkgelegenheid voor langgeschoolden, terwijl een groot deel van de Brusselaars kortgeschoold zijn. Bij de Brusselse dienst voor arbeidsbemiddeling Actiris was in 2022 voor slechts 1 vacature op 7 geen of weinig scholing nodig. Het aantal hooggeschoolde jobs steeg de voorbije jaren, terwijl dat voor laaggeschoolden daalde.

Kijk naar sectoren die wél kortgeschoolde jobs creëren, zoals de logistiek en de industrie. Die blijven wegtrekken naar de Rand. Het gewest zet in de kanaalzone veeleer in op kantoor- en woningbouw. Voor vastgoedontwikkelaars levert dit meer op. De productiesector is nog slechts goed voor 3,3 procent van de banen. De helft daarvan wordt ingenomen door bedienden. Ook kleinschalige bouwbedrijven staan onder druk. In 2016 bleven er na een forse afname nog ongeveer 3800 over. Hun probleem is dat ze geen beschikbare en betaalbare ruimte vinden om uit te breiden. ‘De beschikbare kortgeschoolde jobs zorgen bovendien voor concurrentie’, weet Veerle Vankets van vzw EVA. ‘Kijk naar ISIS, het grootste poetsbedrijf van Brussel. Daar is veel vraag voor te weinig aanbod. Hierdoor kan het bedrijf de beste krachten uitkiezen. Hetzelfde geldt voor Securitas. De overbevraging maakt dat de werkgever zich kan permitteren om er iemand met een diploma secundair uit te plukken.’ Professor Chris Kesteloot van de KU Leuven voegt hieraan toe: ‘Het Berlaymontgebouw moet je als werknemer bij Securitas ook al eens met een woordje Engels kunnen beschermen. Dat iets hoger gekwalificeerde Brusselaars kortgeschoolde jobs inpikken, is een grote realiteit.’

Mismatch

Het loopt al vroeg fout. Het Brussels onderwijs slaagt er niet in om veel leerlingen tot op het gewenste niveau te tillen. En dat voor een arbeidsmarkt die bijzonder diplomagevoelig is. In 2019 was 25 procent van de Brusselaars met een diploma van lager secundair onderwijs werkloos. Voor Brusselaars met een diploma hoger secundair was dit 14 procent en met een diploma hoger onderwijs slechts 8 procent. Talenkennis speelt ook een rol. In 2022 was voor de helft van de vacatures van Actiris zowel kennis van het Nederlands als van het Frans vereist, terwijl amper 1 op 5 werkzoekenden een basiskennis van de andere landstaal had.

‘Veel opleidingen zijn ook niet meer van deze tijd’, beweert professor sociale geografie Benjamin Wayens van de ULB. ‘Met een diploma secretariaat ben je vandaag niets. Laat ook de grens tussen het beroeps- en technisch onderwijs vervagen. Om een verwarmingsketel te plaatsen, moet je ook kunnen programmeren en in staat zijn om certificaten af te leveren. En creëer nieuwe opleidingen, want binnen afzienbare tijd gaan we geen gasketels meer installeren, maar warmtepompen.’

Maar stel dat het onderwijs erin slaagt om die inhaalbeweging te maken, dan nog zijn we er niet. Discriminatie blijft een meetbare, goed gedocumenteerde realiteit. Brusselaars met een niet-Europese origine hebben nog steeds meer moeite om een job te vinden dan Belgo-Belgen, zelfs bij een gelijk diploma, zo stelde Actiris in 2019 vast. Zwart-Afrikanen scoren het slechtst en worden gevolgd door Maghrebijnen en Turken.

Actiris zet al jaren in op diversiteitsbeleid, maar de effecten blijven beperkt. ‘In verhouding tot haar middelen doet Actiris het niet zo goed’, vindt Metesura Nsengiyumva. ‘Ze gaan je zeggen dat ze ermee bezig zijn, maar dat doen ze nu al zo lang.’ Hij waaide in 1991 vanuit Rwanda naar België over, doctoreerde, begon door de genocide van 1994 zijn verblijf te rekken en kreeg na zijn doctoraat te horen dat de universiteit vreesde om studenten te verliezen als ze een zwarte man zou aanwerven. Nu werkt hij voor het Brussels Agentschap voor Integratie en Inburgering. Hij benadert bedrijven en organisaties om hen te leren omgaan met diversiteit. ‘We definiëren dat breed. Het gaat dus ook over gender of toegang voor andersvaliden. Maar als ik het even etnisch toespits op zwarte Brusselaars, dan merk je een dubbel probleem. Langs de kant van de werkzoekenden zijn er culturele barrières. Het ligt te weinig in de genen van zwarten om zich te verkopen. Ze stellen zich terughoudender op, terwijl werkgevers juist verwachten dat je uitpakt met je troeven. Een andere mismatch is dat men als teken van respect liever niet in de ogen van een baas kijkt en dat komt vreemd over. De oudere generaties weten inmiddels wat discriminatie is en hebben afgehaakt. Ze berusten. Waarom nog moeite doen?’

‘Ook de werkgevers hebben een probleem. De perceptie zit fout. De gedachte dat een zwarte een probleem is, blijft present. Ze komen zogezegd te laat of zijn nonchalant. Werkgevers durven te weinig intern draagvlak creëren voor diversiteit. Een homogeen personeelsbestand is gemakkelijker, menen ze. Wij counteren dit door te benadrukken dat meer kleur en een goede genderbalans juist leidt tot meer inspiratie en productie. Dat is overigens bewezen. Maar je moet het echt willen. Een goed diversiteitsbeleid hangt samen met een intrinsieke overtuiging. Begin er niet aan als je enkel een zwarte aanneemt om een beleidsdoel af te vinken. Ik ben ook niet zomaar voor quota. Je werft in eerste instantie aan op grond van competenties. Pas als die bij twee kandidaten gelijk zijn, kan je eventueel voorrang geven aan de benadeelde groep. Vervolgens moet je als werkgever ook naar de klanten toe je nek durven uitsteken en je gekleurde personeel objectief en op grond van de prestatie durven te verdedigen. Ik zie wel een positieve evolutie, maar vooral in de banen van een lager niveau. Waar de koek het lekkerste is, dus in de kaderfuncties, blijft het nog veel te wit. Zelfs de MIVB is niet eens zo divers. Waar zijn de zwarte trambestuurders en de vrouwen?’   

Een Brusselse langgeschoolde arbeidsmarkt betekent niet dat er geen kortgeschoolde banen zijn. Van de jobs die gelinkt zijn aan de Europese instellingen zijn bijna de helft indirecte banen. Europa in Brussel veronderstelt immers ook catering, transport en leveranciers. Ook in de sector van diensten aan personen valt veel te rapen. Denk aan de bejaardenzorg of de drie academische ziekenhuizen die het gewest rijk is. De lijst van knelpuntberoepen is vandaag vier bladzijden lang. Het gebrek aan vrachtwagenchauffeurs raakt al twintig jaar niet weggewerkt. Het aantal tijdelijke banen via uitzendarbeid of op basis van contracten van bepaalde duur is het hoogst in het Brussels Gewest. ‘We zien vooral een mismatch’, analyseert professor arbeidssociologie Christophe Vanroelen van de VUB. ‘De drempels zijn te hoog. Langs de kant van de werkzoekende raakt dat aan arbeidsattitude of een tekort aan talenkennis en opleidingsniveau. Langs de kant van de werkgever schiet het vaak kwalitatief tekort. Lange, variabele werkuren zijn niet voor iedereen weggelegd. Veel jobs in de schoonmaak zijn erg precair en fysiek belastend. Of je zit met slechtbetaalde banen. Hard werk in ruil voor een salaris dat de inspanning niet dekt, trekt niet echt aan.’

En dan is er die andere mismatch. Door de randverstedelijking van de logistiek en de industrie liggen veel kortgeschoolde jobs voor het rapen in bepaalde gemeenten rond Brussel. Daar raak je opnieuw aan taal, vooral dan de kennis van het Nederlands. Dat het Brussels Franstalig onderwijs dit nog steeds niet naar waarde schat, is onbegrijpelijk. Bovendien zit je met een mobiliteitsprobleem. Hoe raak je vanuit de arme sikkel voor de vroege ochtendshift tijdig op je werk en keren de nachtraven vanuit Vlaanderen weer naar huis? De afgelopen jaren verbeterde de samenwerking tussen Actiris en de VDAB, maar ook hier is er nog groeimarge om de vacatures in de Rand beter te promoten.

Tot slot is er de grote groep van inactieven. Eén op vier van de 25- tot 64-jarigen leeft van een leefloon, is arbeidsonbekwaam, kiest bewust om huisvrouw of -man te blijven of werkt in de informele economie.

Arbeid van eigen kweek

Wie pijnpunten benoemt, kan ook remediëren. Nog meer inzetten op taal, opleiding en arbeidsattitude. Nog meer beseffen dat mensen al werkend veel taalwinst kunnen boeken. De pendelarbeid richting Vlaanderen nog sterker activeren. De erkenningsprocedures van niet-Europese diploma’s moeten vlotter. Het Brussels Gewest werkt met vormen van gesubsidieerde arbeid. Zo zijn er instapstages, startbaanovereenkomsten en activeringspremies. Soms succesvol, soms niet. Vaak wel erg duur. Actiris labelt bedrijven die een traject rond diversiteit aangaan. Of dit op termijn tot significante verbeteringen leidt, zal moeten blijken.

Winst valt zeker te rapen als Brussel opnieuw ambachtelijke bedrijven stimuleert, die inspelen op de noden van de stad. Iedereen heeft vroeg of laat een loodgieter of een elektricien nodig. De bouw, de voedings-, de onderhouds- en de transportsector lenen zich daartoe. Kan er een echte circulaire maakeconomie van de grond komen? De ULB denkt na over hoe de Kuregemse Heyvaertwijk een materialenbank voor de recyclage-industrie zou kunnen worden.

Vzw EVA wacht niet tot Familiehulp of het onderwijs veranderen. ‘We creëren zelf alternatieven, en mogelijk inspireren die anderen’, zegt Veerle Van Kets. ‘Zo werd Elmer een begrip in de (Brusselse) kinderopvang. Kortgeschoolde vrouwen met een migratieachtergrond leren er het metier op de werkvloer totdat ze erkende kinderverzorgsters zijn. Ons project Baobad focust dan weer op het onderwijs. Brusselaars met een migratieachtergrond gaan meteen drie dagen per week aan de slag in een kleuterschool en volgen de rest van de week de richting kleuteropleiding aan de Erasmushogeschool. Actiris en de Vlaamse Gemeenschapscommissie zorgen voor een loon. Zo werken we drempels weg voor mensen die niet over het juiste diploma beschikken. De nood is groot. De twee uitersten kennen we. De succesmigrant enerzijds en de vrouw die van haar man het huis niet uit mag anderzijds. Wij focussen op de grote tussengroep.’


Bronnen:

  • Baudewyns D., Dewatripont A., Michiel P-F (2020), De arbeidskostenverlagende maatregelen: welke impact op de werkgelegenheid en de overheidsfinanciën in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest? BISA, focus nr 36, perspective.brussels, Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse.
  • BrOOC (Brussels Open Online Course), Brussel ontcijferd. Online cursus van de ULB en de VUB over Brussel.
  • Chaltin K. (2014), De paradox van de Brusselse economie. Brio-matrix-fiche, 6 oktober.
  • De Boeck S., Degraeve M. en Vandyck F. (2020), Kleinschalige productieruimte behouden in de stad: de casus van Brusselse bouwbedrijven (1965-2016). Brussels Studies.
  • Desiere S., Struyven L., Cuyvers D. en Gangji A. (2018), De internationale tewerkstelling: eindelijk aanwezig in de arbeidsmarktstatistieken. BISA, focus nr. 24, perspective.brussels, Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse.
  • Dewatripont A., Novella Maritza López (2019), Brusselse werkgelegenheidssteun: welke impact? BISA, focus nr. 33, perspective.brussels, Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse
  • Imag (2019), Jobs, jobs, jobs: aussi pour les migrants? Nr. 345, Centre Bruxellois d’Action Interculturelle.
  • Interview Benjamin Wayens, professor sociale geografie ULB, 19 november 2021
  • Interview Chris Kesteloot, professor sociale geografie KU Leuven, 31 januari 2022
  • Interview Christophe Vanroelen, professor arbeidssociologie VUB en directeur Interface Demografy, 19 oktober 2021
  • Interview Eric De Jonge, directeur cel Diversiteit Actiris, 13 januari 2022 
  • Interview Metesura Nsengiyumva, Agentschap voor Integratie en Inburgering, 26 november 2021
  • Interview Veerle Van Kets, coördinator vzw EVA Bxl, 6 januari 2021
  • Orban A., Sanchez Trenado C. en Vanin F. (2021), Wie heeft baat bij de productieactiviteiten? Analyse van het geval Kuregem. Brussel Studies.
  • Rea A., Nagels C. en Christiaens J. (2009), Brusselse jongeren: sociale ongelijkheid en culturele diversiteit. Brussels Studies, synthesenota nr. 9.
  • Strale M. (2017), Welke plaats voor de haven- en logistieke activiteiten in Brussel? Brussels Studies.
  • Tandé A. (2018), Discriminaties bestrijden of diversiteit op de arbeidsmarkt promoten? Overzicht van een overheidsoptreden in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (1997-2012). Brussels Studies.
  • Theys T., Deschacht N., Adriaenssens S. en Verhaest D. (2019), Ruimtelijke mismatch, scholing en talenkennis in de Brusselse metropool: een analyse. Brussels Studies.
  • Van Den Broeck J., Degraeve S., Claeys J., Huysmans M., Stiens H. (eds.) (2021), Stemmen voor de stad. Perspectieven op stedelijk sociaal werk. Politeia, Odisee, Erasmushogeschool, Brussel.
  • Van Hamme G., Waiengnier M., Bassens D. en Hendrikse R. (2020), Geavanceerde diensten: de aantrekkelijkheid van Brussel en lokale uitdagingen. Brussels Studies.
  • ‘Waarom 80.000 Brusselaars maar geen werk vinden’, 16 juni 2022, Bruzz.
  • Welzijnsbarometer (2020), Brussels Armoederapport. Observatorium voor Gezondheid en Welzijn Brussel.

Homepage