Je cherche du taf

Aflevering 31

Officieel worden ze NEETS genoemd, de afkorting voor Not in Employment, Education or Training. Het gaat om Brusselse jongeren van 15 tot 24 jaar die onder de radar verdwijnen, dus geen school meer lopen, geen vorming volgen en niet meedraaien op de arbeidsmarkt. Tal van organisaties trachten hen toch op de rails te krijgen. ‘We moedigen ze aan. Maar we kunnen evengoed zeggen: je hangt mijn kloten uit. Gedraag je.’

‘Sommigen hebben een gevangenismuur rond zich gebouwd. We trachten ze in de wijken op te vissen, tot hen door te dringen en vertrouwen op te bouwen. Vinden we een opening, dan gaan we die groter maken en ze aanmoedigen. Maar we kunnen evengoed zeggen: je hangt mijn kloten uit. Gedraag je.’

In 2007 richtte Wim Embrechts Art2work op. De kmo vulde een gat in de markt. De jeugdsector hield toen in belangrijke mate zijn handen af van de groep van werkloze 18-plussers uit de arme kanaalzone. Bruxelles Formation, een overheidsdienst die deze jongeren zou moeten helpen, bereikte met heel beroepsgerichte vormingen vooral de meer gemotiveerde. ‘Maar zo werkt het niet’, licht Wim toe. ‘Sommigen zijn immers compleet de weg kwijt. Via straathoekwerkers en jeugdhuizen begonnen wij jongvolwassenen die arbeidsattitude ontbeerden op te sporen. Je kent dat: niet op tijd komen, niet het minste werk zien liggen, wachten totdat de baas een taak geeft, nog snel een joint roken voor je begint, mensen zonder basisattitudes dus, en dit door hun zwaar parcours. Sommigen wantrouwden het institutionele. Anderen teerden op de straatcultuur waar in de grijze circuits altijd wel wat te rapen valt of hadden met of zonder heldenstatus in Vorst een straf uitgezeten. Zo’n groep lag aan de basis van ons eerste programma: Technics2Start. Ze konden bij ons aan de slag als podiumbouwer in de KVS, De Munt of Vorst Nationaal. De culturele partners betaalden het loon, terwijl wij ons bezighielden met de pedagogie, dus het coachen op de werkvloer, problemen detecteren en direct corrigeren.’

Officieel spreken we over de NEETS, de afkorting voor Not in Employment, Education or Training. Brusselaars van 15 tot 24 jaar die geen school meer lopen, geen vorming volgen of niet meedraaien op de arbeidsmarkt. Het armoederapport schatte dat het in 2019 om maar liefst 13 procent van de jongeren ging. De afgelopen jaren nam het besef van de problematiek toe, ook bij de Brusselse dienst voor arbeidsbemiddeling Actiris. Die erkent dat ze niet opgewassen is tegen deze afhakende mensen. Via subsidies besteedt ze de aanpak van de NEETS aan organisaties uit.

Socioloog Andrew Crosby van de VUB-UCL onderzoekt hoe je dat het best kan doen. ‘De term NEETS dekt de lading niet’, zegt hij. ‘Het gaat om een groep met verschillende profielen. Daarom is maatwerk erg belangrijk. Tot de leeftijd van twintig tref je bijvoorbeeld minder meisjes aan. Zij doen het immers beter op school. Pas daarna stijgt hun aandeel, omdat ze op de arbeidsmarkt discriminatie ervaren. Er zijn ook jongeren die zo’n afkeer van de overheid hebben dat ze zich zelfs niet bij Actiris inschrijven. Anderen die dat wel doen, vinden dan weer dat er niet naar hen wordt geluisterd. Actiris wil vooral dat ze snel een job vinden, terwijl ze daar eigenlijk niet klaar voor zijn. Elke organisatie die tijd neemt, luistert, maatwerk aanbiedt en onderliggende problemen aanpakt, werkt drempelverlagend. Een eerstelijnsorganisatie zoals Actiris die meteen naar een opleiding doorverwijst, schiet vaak het doel voorbij.’

Eikels van ouders

Ook Wim Embrechts maakt er geen eenheidsworst van. ‘De meesten van onze jongeren zijn in kansarme milieus opgegroeid, maar we hebben net zo goed middenklassers met trauma’s of eikels van ouders. Sommigen hebben afgehaakt in het secundair en doen jaren niets meer. Anderen zijn moedeloos door opeenvolgende ontslagen. Of we werken met jonge moeders en mensen die door het OCMW geschorst zijn en een deurwaarder aan hun been hebben. De inschakeling in Technics2Start kan enkel als het vertrouwen en de wil er is. Pas dan schrijven we een contract van drie maanden voor, dat tot drie keer verlengbaar is. Na zes maanden moeten basisattitudes zoals stiptheid en kunnen omgaan met ploegwerk in orde zijn. Daarna werken we verder op toekomstperspectieven. Zij die volhouden, hebben na een jaar op zo’n twintigtal werven ervaring opgedaan.’

‘Maar we ontwikkelen ook andere programma’s. Voor jongeren die meteen willen werken, maar niet beseffen dat ze daar niet klaar voor zijn, bieden we bijvoorbeeld een traject van twee weken aan. Zich gewoon al aan een werkgever leren voorstellen, is een moeilijke. Je cherche du taf (lees: ik zoek werk) klinkt het soms tijdens rollenspelen. Ze schrijven een tekst zonder leestekens en met alle woorden aan elkaar of ze komen aandraven met een vijf jaar oud cv. Dat proberen we allemaal te verbeteren. Tien jaar geleden was niemand op de arbeidsmarkt bezig met persoonlijkheidsontwikkeling. In die zin is er beterschap. Maar de nood is enorm. Er zijn nog veel meer tussenschakels nodig.’

1000 twijfels? Top! Aangeworven!

Een aantal van die schakels zijn er. Al op vroege leeftijd neemt TADA (ToekomstAtelierDelAvenir) kwetsbare Brusselse tieners onder de arm tijdens weekendscholen, waar onder meer professionals uit de vrije beroepen en het bedrijfsleven de waaier aan perspectieven toelichten. JES Brussel en Syntra Brussel brengen kansarme jongeren in contact met werkplekken in Vlaanderen. Zo ontmoet ik ook Brusselaars die eerst zelf een moeilijk parcours doorliepen en vandaag niet willen dat anderen hetzelfde ondergaan. Hassan Al Hilou wist een smak geld op te halen bij bedrijven en de overheid. Op de Kleine Ring runt hij in een voormalige textielhandel achter de gevel van een prachtig modernistisch pand de vzw Capital. Slechts één doel: Brusselse jongeren financieel zelfstandig maken. ‘Sinds de coronapandemie creëren we hier een safe space voor kwetsbare jongeren’, legt de 22-jarige ondernemer uit in het drie verdiepingen hoge atrium. ‘Zolang je hier niet rondhangt, rookt of de macho uithangt, ben je welkom om te studeren, te vergaderen of projecten uit te dokteren. Er zijn honderden vzw’s die in Brussel met jongeren bezig zijn. Wij willen de 501ste zijn, volgens een centraliserend Ikeaprincipe. We stellen het gebouw ter beschikking en vragen aan bestaande organisaties om hier een antenne te ontwikkelen. Zo hebben jongeren meteen alle expertise bij de hand en hoeven ze niet meer te navigeren tussen vijf verschillende plekken. Op de eerste verdieping lanceerden we JobX dat met hologrammen en filmpjes een resem beroepen in verschillende sectoren presenteert. Wat houdt zo’n job in? Wat moet je ervoor studeren? De organisaties die hier nu al voet aan wal hebben, zijn bijvoorbeeld gespecialiseerd in het trainen van jobskills, de begeleiding naar de arbeidsmarkt of doen aan laagdrempelig, informeel jeugdwerk. Je kan hier ook leren ondernemen. Als je op je zestiende ontdekt wat je passies zijn, dan boek je winst.’

Op de voorruit van Capital glimlach ik om de reclameaffiche van Youthstart, een van de partnerorganisaties: ‘Gezocht: dromers. Jong? Werkloos? Geen ervaring of diploma? Rebels? 1000 twijfels? Top! Geselecteerd.’ Youthstart werkt op Belgisch niveau, maar 35 procent van zijn kwetsbare jongerenpubliek komt uit Brussel. In een gratis training van acht dagen leren ze de skills van het ondernemerschap: presentaties maken, een financieel plan opstellen, op tijd komen, zich presenteren, digitale vaardigheden. ‘Het is niet dat iedereen nadien ondernemer wordt’, zegt directeur Bart De Bondt. ‘Maar het is een insteek om zichzelf te ontdekken en te leren wat je wil met je leven. We meten jaarlijks de impact van de training. 73 procent van de deelnemers wordt effectief geactiveerd. De meesten keren terug naar school of starten een opleiding. Anderen worden werknemer of zelfstandige.’

Youssef Kobo Aouriaghel doet het nog anders. Jarenlang was hij zelf op de dool. Gefaald op school, weinig bagage van thuis uit, wel een wereldreis en geleidelijk aan activist en opinieschrijver. Sinds 2008 benut hij zijn netwerk in binnen- en buitenland voor zijn A Seat at the Table. ‘Twintig procent van onze jongeren kan je een NEET noemen. Zo’n 60 procent zit of zat in het hoger onderwijs, maar dan eerder in de zin van het eens proberen, vaak zonder de juiste vooropleiding en massaal kiezend voor de verkeerde richting. Hun sociaal weefsel is doorgaans niet breed. Altijd in dezelfde buurthuizen, dezelfde wijk en in de eigen comfortzone. Wij brengen hen rechtstreeks in contact met CEO’s van bedrijven. Die leggen dan hun eigen traject uit, hoe hun onderneming werkt en hoe je er binnen raakt. Denk aan AB InBev, Coca-Cola, Brussels Airlines, De Tijd of ook de staf van het leger. Zo’n twintigjarige met een migratieachtergrond en een beperkt netwerk zit dan plots samen met de top van het land, waarvan ze tips en tricks krijgen. In essentie proberen we twee werelden met elkaar in contact te brengen.’


Bronnen:

  • Interview Andrew Crosby, socioloog en postdoctoraatsonderzoeker aan de VUB-UCL, 2 januari 2022
  • Interview Bart De Bondt, directeur van Youthstart, 16 februari 2022
  • Interview Hassan Al Hilou, vzw Capital, 19 januari 2022
  • Interview Wim Embrechts, directeur Art2Work, 28 oktober 2021
  • Interview Youssef Kobo Aouriaghel, directeur A seat at the Table, 7 januari 2022
  • Welzijnsbarometer (2020), Brussels Armoederapport. Observatorium voor Gezondheid en Welzijn Brussel.

Homepage