Stemmen uit de Rand (Deel 2)

AFLEVERING 50 (BIS)

Hoe ervaren inwoners van Dilbeek, Tervuren en Zaventem het binnenwaaien van Brussel? ‘De stad koopt zich in en de taal- en etnische diversiteit stijgen.’ Zo luidt het meestal. Klopt dat buikgevoel met wat we meetbaar weten?

Dagen dool ik met de fiets door de verlaten straten van de villawijken van Dilbeek, door het centrum van Zaventem en door Tervuren, de parel van de Rand – toch wat mij betreft -, met zijn Afrika Museum, een majestueus park, restanten van een voormalige middeleeuwse vorstelijke residentie en een levendige handelsbuurt rond een dorpskerk. Nadat ik er telkens 30 mensen aan de tand voelde over hun perceptie van Brussel (zie aflevering 49), wil ik ook weten welke Brusselse realiteiten ze in hun gemeente zien binnenwaaien. Hoewel het om erg uiteenlopende randgemeenten gaat (zie aflevering 49), hoor ik toch geen frappante meningsverschillen. Steevast drijven drie thema’s spontaan naar boven: meer Brusselse inwijkelingen, meer taaldiversiteit en een stijgende etnische verscheidenheid. Het verschil zit hem eerder in de nuance.

Stemmen uit Dilbeek

18 op 30 Dilbekenaren zien de stad oprukken en daar vergissen ze zich niet in. In 2021 was Dilbeek na Zaventem de randgemeente die per inwoner de meeste verhuizers vanuit Brussel aantrok. Gespreid over dertig jaar – van 1991 tot 2021 – was er een onafgebroken verhuis in stijgende lijn. Tegelijk trokken er meer Dilbekenaren weg naar het Vlaams Gewest dan dat er verhuizers vanuit Vlaanderen neerstreken.

De verhuisredenen van de nieuwe Brusselse Dilbekenaren zijn relatief goed gekend en hangen samen met hun levensloop. De grootste groep verhuizers zijn samenwonenden met kinderen die gezonder en ruimer willen wonen. De deelgemeente Groot-Bijgaarden in het bijzonder werkt als een magneet. De tendens zet zich ook door in het heimatgebied van Remco Evenepoel, het verderaf gelegen, iets meer landelijke Schepdaal.

Brussel kleurt Dilbeek. En dat mag letterlijk worden genomen. 12 op 30 mensen die ik vanop de fiets een halt toeroep, zien de etnische diversiteit toenemen. Ik raadpleeg socioloog Jan Hertogen en sociaal-geograaf Filip De Maesschalck. Telkens liggen hun cijfers in dezelfde lijn. ‘In 2021 kende Dilbeek 1682 Brusselse instromers, waarvan 1230 met een migratieachtergrond’, zegt Filip De Maesschalck. ‘Van die 1230 hadden 841 roots van buiten de EU. Het gaat dus om een erg zichtbare instroom, vooral vanuit de Brusselse gemeenten Anderlecht, Molenbeek, Jette, Brussel-Stad en Sint-Agatha-Berchem.’

Met hen neemt ook het aantal talen toe. Frappant is dat 20 op 30 geïnterviewde Dilbekenaren dat vooral benoemen in termen van verfransing. Voor journalist van RandKrant Koen Demarsin is dat niet verwonderlijk. ‘Dilbeek dreigde ooit in de richting van het Franstalige Brussel te kantelen. Vijftig jaar geleden was de opening van het Nederlandstalige cultuurcentrum Westrand dan ook een politiek statement, terwijl de slogan ‘Waar Vlamingen thuis zijn’ de verwachting ten aanzien van nieuwkomers duidelijk maakte. Vandaag leven deze gevoeligheden door.’ Het is niet dat de toon globaal gezien vijandig klinkt. Zolang iedereen maar een beetje inspanning doet, is er marge.

Ik hoor eerder een sluimerende bezorgdheid, vooral naar het onderwijs toe. 8 op 30 Dilbekenaren haalt aan hoe anderstalige kinderen de druk op kwaliteitsonderwijs verhogen. Voor sommigen zijn de Nederlandstalige kinderen daarvan de dupe. De uitdaging lijkt terecht. Op basis van de recentste taalbarometer opteren steeds meer randbewoners die thuis geen Nederlands spreken voor een Nederlandstalige school in de Rand.

Stemmen uit Tervuren

Ook in Tervuren haalt bijna iedereen (28 op 30) het taalthema aan. Alleen klinkt er misschien wat minder verontrusting door. In vergelijking met Dilbeek wordt het meer benoemd in termen van toenemende anderstaligheid, dus niet enkel Frans op straat of in de winkel, maar ook Engels. Dat klopt met de feiten. In de residentiële gemeenten van de Rand neemt het belang van het Engels toe. Inwoners met een anderstalige achtergrond gebruiken volgens de taalbarometer in ruim een kwart van de contacten in de buurt uitsluitend Engels. In de andere gevallen spreken ze in gelijke mate ofwel Nederlands ofwel Frans. Opmerkelijk: in 2019 sprak bijna de helft van de inwoners de drie contacttalen: Nederlands, Frans en Engels.

In Tervuren meen ik eerder een sfeer van taalcohabitatie te merken. ‘Het gaat hier vlot’, zeggen 15 personen. ‘Er is geen overdruk van het Frans, zoals in de naburige faciliteitengemeente Wezembeek-Oppem.’ Als er al ergernis doorklinkt, dan is dat ten aanzien van echte Franstaligen die geen moeite doen om een woordje Nederlands te praten. Expats lijken een joker te krijgen, omdat ze op school nooit Nederlands hoefden te leren. ‘Niet enkel expats trouwens’, weet Koen Demarsin. ‘Ook veel andere anderstalige buitenlanders, want die gaan vaak naar de Nederlandse les en houden de Rand Vlaams.’

Tervuren heeft met 518 Brusselse inwijkelingen in 2021 een relatief lage bevolkingsmobiliteit. Toch menen 13 op 30 personen de verhuisbeweging vanuit Brussel te voelen. Meer dan in Dilbeek wordt die gekoppeld aan de druk op de huisvestingsmarkt. ‘Tervuren wordt onbetaalbaar’, zeggen mensen op straat. Daarbij zijn de cijfers van Tervurenaren die verhuizen naar het Vlaams Gewest relevant. Van de 629 die in 2021 wegtrokken, waren er bijna 400 Belgen zonder migratieachtergrond. Voor een deel van hen speelt allicht de hoge prijs van de vastgoedmarkt mee. EU’ers daarentegen – lees: vooral rijke expats – zijn minder gevoelig voor prijsverschillen en verkiezen om dicht bij hun werkstad Brussel te blijven wonen.

De stijging van de etnische diversiteit wordt minder aangehaald. Als dat wel gebeurt, dan koppelt men daar geen kwalijke gevolgen aan vast. Het gaat ook overwegend om een witte, welgestelde migratie. ‘Van de 518 Brusselse inwijkelingen hadden 378 mensen in 2021 een migratieachtergrond’, preciseert Filip De Maesschalck. ‘Daarvan kwamen er 219 van binnen de EU.’

Stemmen uit Zaventem

Met het binnenwaaien van de grootstad stippen 7 op 30 Dilbekenaren nefaste gevolgen aan. Twee wijzen op criminaliteit, één op minder respect voor regels, nog enkelen op minder sociale cohesie, het dorpse dat verdwijnt of het feit dat nieuwkomers niet deelnemen aan lokale activiteiten. In Tervuren heeft niemand het over criminaliteit. Schaarse stemmen klagen hooguit over wat overlast in het park van het Afrika Museum dat tijdens weekends veel Brusselaars aantrekt. Maar in Zaventem is het thema overlast (4 op 30) en criminaliteit (9 op 30) duidelijk wél meer uitgesproken. ‘Dat is echt geen gratuit gejammer’, vertelt een positief ingestelde onderwijzeres. ‘Er gebeuren reële delicten.’

Verder keert een veelheid van hetzelfde terug. De onafgebroken verhuisbeweging vanuit Brussel is hoog, vooral vanuit de gemeenten Schaarbeek, Evere, Brussel-Stad en Sint-Lambrechts-Woluwe. Zowel voor socioloog Jan Hertogen als voor Filip De Maesschalck lijkt de verklaring duidelijk. Zaventem, maar ook Diegem en Machelen zijn voormalige industriegemeenten met veel relatief goedkope arbeidershuisjes die mensen met een lager inkomen aantrekken.

De Brusselse verhuizers zijn vaak ook gekleurd. Op een totaal van 1584 inwijkelingen in 2021 hadden 1296 een vreemde origine, waarvan 831 van buiten de EU. Twintig jaar na Brussel is ook Zaventem voorbij de kaap van 50 procent inwoners van niet-Belgische afkomst. In het straatbeeld vertaalt zich dat in etnische handel, iets wat Dilbeek en Tervuren niet of nauwelijks kennen. 6 op 30 geïnterpelleerden wijzen daarop, overigens in een eerder positieve zin omdat het de horeca verrijkt. De toename van de diversiteit wordt door 11 op 30 mensen aangehaald op een neutrale of zorgeloze toon. ‘Het gaat hier niet gepaard met vormen van communitarisme, zoals je dat in Brussel wel hebt. Zolang iedereen maar zijn best doet, gaat het prima’. Slechts een minderheid (3 op 30) heeft het over ‘vreemden die de boel overnemen’ en evenveel personen klagen de afbrokkeling van de sociale cohesie aan.

Met 19 echo’s op 30 scoort het taalthema het hoogst. Een meerderheid heeft het over steeds meer Frans op straat. En terecht. Tewerkstellingsgemeenten zoals Zaventem kennen de grootste taalverschuiving van heel de Vlaamse Rand. Nergens anders is het suburbanisatie-effect van Brussel zo groot. 30 procent van de Brusselse verhuizers groeide volgens de recentste taalbarometer op in een gezin waar noch Nederlands noch Frans werd gesproken en 15 procent in een gezin dat een andere taal met het Frans combineerde. Als de taalkennis van het Nederlands in de suburbane gemeente Dilbeek stabiel blijft, dan daalt ze in Zaventem significant. Tijdens gesprekken in de buurt wordt vandaag evenveel Nederlands als Frans gesproken, maar in vergelijking met 2013 impliceert dat een serieuze daling van het gebruik van het Nederlands. Ook in de winkel wordt significant minder Nederlands en meer Frans gebruikt.

Op straat zijn de meningen verdeeld. De helft van de ondervraagden betreurt de evolutie. De andere helft vind dat het meevalt en wijst op een goede portie tweetaligheid waarmee men zich pragmatisch behelpt.

Bronnen:

  • De Maesschalck F. (2022), Bevolking in Vlaams-Brabant. Over groei en migraties. Steunpunt Data & Analyse.
  • De Maesschalck F., Van Cappel G. (2023), Bevolkingsdynamiek in de Vlaamse Rand, BRIO-matrixfiche.
  • Echeverria N. (2020), Afbakening Vlaamse Rand, BRIO-matrixfiche
  • Interview Jan Hertogen, socioloog, 31 juli 2023.
  • Interview Filip De Maesschalck, social-geograaf, 2 augustus 2023.
  • Interview Koen Demarsin, journalist bij RandKrant, 4 augustus 2023.
  • Janssens R. (2019), De Rand vertaald. Een analyse van de taalsituatie op basis van Taalbarometer 2 van de Vlaamse Rand. VUB Press.
  • Janssens R. (2019), BRIO-taalbarometer Rand 2: De talen van de Rand, BRIO-matrixfiche.
  • ‘Nederlands vaakst thuistaal, Frans meest gekende taal’, RandKrant, februari 2015.
  • Saeys M., Kavadias D. (2022), Een sociografie, wie verhuist naar de brede Vlaamse Rand rond Brussel? BRIO-matrixfiche.
  • Te Braak P. (2023), Mediaframes en percepties over Brussel, BRIO-matrixfiche.

Homepage