Als het verschil de norm is

Aflevering 41

Het overzicht, dat zijn we kwijt. Hyperdivers Brussel is een stad van onnoemelijk veel realiteiten en attitudes geworden. Sommigen betreuren die versnippering en framen het gewest als een archipel waar mensen op hun eigen eiland wonen. Maar is Brussel nu echt die gesegregeerde stad? ‘Ondanks vormen van segregatie hebben mensen hier nog steeds een minimale kennis over elkaar.’

Het overzicht, dat zijn we kwijt. Hyperdivers Brussel werd die stad van onnoemelijk veel realiteiten, uiteenlopende visies en attitudes. Sommigen betreuren die verbrokkeling en framen Brussel als een archipel waar groepen op hun eiland wonen. Maar is Brussel nu echt die gesegregeerde stad?

Professor sociale geografie Benjamin Wayens schuift een interessante, want genuanceerde denkpiste naar voor: ‘Vergelijk segregatie met gestapelde puzzelstukken. Iemands identiteit bestaat altijd uit zo’n stapeltje. Als de naden van de puzzelstukken niet overlappen met een andere stapel, dan heb je segregatie. In het andere geval krijg je raakpunten. Zo heb je moslims en niet-moslims, maar die wel naar dezelfde school gaan. In die zin is Brussel niet de hypergesegregeerde stad en zijn er eerder vormen van segregatie. Eigenlijk hebben we meer onderzoek nodig naar de overlappingsmomenten. Waar ontmoeten mensen elkaar? Gaan de kinderen van de elitescholen en de islamscholen ook naar andere plekken? En het is goed als dat zo is. Gedeelde ruimtes hebben een meerwaarde. Het is altijd beter om elkaar te leren kennen.’

Wie zal het meten en de balans opmaken? Die vormen van segregatie zijn er zeker, ook op institutioneel niveau. In de onderwijssector is de scheiding haast compleet. De twee inrichtende taalgemeenschappen kennen elkaar niet. Niet iedereen heeft ook gelijke toegang tot zorg, huisvesting en onderwijs. En onafhankelijk van het diploma is de etnische achtergrond nog steeds bepalend voor de plaats op de arbeidsmarkt. Dat zwarten vaak hoge diploma’s hebben en precaire jobs uitoefenen, is goed gedocumenteerd.

Burgers zelf doen ook hun duit in het zakje. Uit onderzoek blijkt hoe Brusselaars vooral vriendschappen aangaan met mensen die een gelijke sociaal-economische achtergrond hebben. Als die homogeniteit al wordt doorbroken, dan speelt vooral het verenigingsleven daarin een rol. Bepaalde Roma’s kennen een hoge mate van segregatie. En door het mediagebruik kennen sommige Turken uit Sint-Joost eerder de naam van de Turkse minister van Volksgezondheid dan die van de Belgische. ‘Wat premier Alexander De Croo zegt, wordt niet gehoord’, weet journalist Mehmet Koksal. ‘En het netwerk van de Diyanetmoskeeën blijft een controleorgaan van Turkije. De woordvoerders  kunnen er aanmanen om voor bepaalde personen in Turkije te stemmen en president Erdogan maakt van deze kanalen gebruik om aan Turken van hier te zeggen: integreer je, maar vergeet niet dat je Turk blijft. Ik voeg hier wel aan toe dat zelfs zijn fanatiekste aanhangers hun toekomst in Brussel of België zien.’

Nog in Sint-Joost zegt Nathalie Thomas van het Centre de Santé Mentale Le Méridien: ‘Tot de leeftijd van twaalf jaar zijn buitenschoolse activiteiten doorgaans gemengd. Maar vanaf de puberteit neemt de deelnamefrequentie van de meisjes af. Een van de hypotheses is die van de sociale controle door de ouders en hun vrees voor de aanwezigheid van jongens in de groep. Seksescheiding in de adolescentie is een waarde die door veel ouders worden gedeeld en cultureel sterk verankerd is. Toch getuigen verenigingen vandaag van een positieve evolutie. Doordat ze een vertrouwensrelatie wisten op te bouwen, trekken ze ouders over de streep om hun dochters te sturen.’

In Sint-Joost en elders in de kanaalzone investeren verschillende groepen in hun eigen ontmoetingsplekken, zoals cafés, verenigingen en cultusplaatsen. ‘Dat onder elkaar zijn, is niet noodzakelijk slecht’, meent Nathalie. ‘Soms zijn die plaatsen een veilige haven, een sas waar mensen eerst onder elkaar een band opbouwen om dan nadien meer gemengde plaatsen op te zoeken. Als je sociale mix wil, is het belangrijk om geen etappes over te slaan. Niet-gemengde plekken zijn in het bijzonder nuttig om intieme of moeilijke levenservaringen met elkaar te delen, en zo geleidelijk aan te emanciperen. Het onder elkaar zijn is ook niet zo rechtlijnig. Veel Sint-Joostenaars hebben de neiging om de ander te zien vanuit hun communautaire bril. Ze stellen zich dan op als Belg of niet-Belg, moslim of niet-moslim of noemen zich de migranten van de oudere generaties. Maar in functie van de omstandigheden kan men zich plots anders definiëren. Om gedeelde eisen kracht bij te zetten, gaan inwoners zich bijvoorbeeld ten aanzien van het gemeentebestuur eerder Sint-Joostenaar noemen.’

Verbinding

Segregatie is zelden absoluut. Mensen hebben doorgaans nog steeds een minimale kennis over elkaar. Brusselaars kunnen er wat origine en etniciteit betreft homogene netwerken op nahouden en toch participeren in netwerken die uitblinken in diversiteit. Wie segregatie wil inschatten, moet tegelijk kijken naar alles waar verbinding tot stand komt. ‘Zeker in de basisscholen zie je sterke integratiemachines aan het werk’, vindt professor sociale geografie Chris Kesteloot van de KU Leuven. ‘Het zijn plekken waar grote inspanningen worden geleverd om met verschillende achtergronden om te gaan. We delen ook het openbaar vervoer en de supermarkt en tonen daarbij minimale vormen van hoffelijkheid. Met een hoge tolerantiedrempel zijn Brusselaars daar relatief goed in.’

Brussel kan ook goede cijfers voorleggen. Uit een brede bevraging onder 1200 inwoners blijkt dat 80 procent vindt dat diversiteit het stadsleven verrijkt. Het rijke culturele aanbod, in de ruime zin, dus van ‘schone kunsten’ tot straatfeesten, wordt gesmaakt. En matchen van de Rode Duivels of de nasleep van de aanslagen van 2016 zijn momenten van solidaire emoties. ‘Echte vermenging tussen arm en rijk in de zin van verregaande interacties gebeurt bij ons niet. Maar is dit erg?’, stelt Stefan Colaes, een veertiger uit de Molenbeekse Maritiemwijk. ‘Je hoeft toch niet met iedereen te delen. Diversiteit in de grootstad betekent ook gewoon dat je deels naast elkaar leeft. Dat hoort erbij. Alleen moet je wel zorgen voor een minimale vorm van gemeenschapsleven. Dat kan al op het niveau van boodschappen doen in de buurtwinkel. Kleinschalige interactie maakt dat mensen beseffen dat hun buren ook maar mensen met dromen en behoeftes zijn. Dat zijn voor mij de eerste stappen naar kwalitatief samenleven. Je bouwt er een basisrespect mee op.’

Minimale contacten en nog iets meer. Daar zet het Centre Communautaire Maritime in Molenbeek op in. Hier is alcohol geen verdeler. Het vaste aperitiefmoment met Bretoense pannenkoeken en cider trekt ook moslims aan en tijdens Schotse avonden lopen Marokkaanse Molenbekenaars rond in een kielt. ‘Gastronomie werkt vaak’, vertelt coördinator Fabio Checcucci. ‘Mossel-friet, een avond rond lasagne of gerechten uit Togo, Zuid-Amerika en Pakistan, telkens benutten we één cultureel element om daarrond uiteenlopende mensen te verenigen.’ In het voormalige gebouw van L’Oréal komen wekelijks zo’n duizend wijkbewoners over de vloer. Niet enkel om er te tafelen, ook voor theater-, taal- of kookateliers. Ondertussen covert Radio Maritime de buurt met reportages.

Daarmee zit je in het verhaal van sociale mix. (Meer) gedeelde ruimtes zijn nodig. Daar zijn de meeste mensen die ik aan de tand voel het over eens. En daar ligt ook een taak voor de overheden. Die moeten er minstens voor zorgen dat burgers geen drempels ervaren om vrijblijvend met elkaar in contact te komen. Dat raakt aan de inrichting van een goede publieke ruimte, een goed openbaar vervoer, gemixte schoolbanken, alles wat potentieel aanleiding geeft om eens naast een witte of zwarte medemens te staan.

Maar als we dan samen rond de tafel zitten, rest nog de vraag waarover we het in de stad absoluut eens moeten zijn en waarover het mag botsen.


Bronnen:

  • De Rynck P. (redactie) (2018), BruVoices. Inwoners spreken over sociale cohesie in Brussel. Koning Boudewijnstichting.
  • Geldof D. (2013), Superdiversiteit. Hoe migratie onze samenleving verandert. Acco.
  • Interview Benjamin Wayens, professor sociale geografie ULB, 19 november 2021
  • Interview Chris Kesteloot, professor sociale geografie KU Leuven , 27 februari 2022
  • Interview Fabio Checcucci, coördinator Centre Communautaire Maritime, 24 december 2021
  • Interview Frank Meys, docent sociaal-cultureel werk, Odisee Hogeschool, 19 februari 2022
  • Interview Mehmet Koksal, journalist en redacteur magazine Etui, 17 oktober 2021
  • Interview Nathalie Thomas, coördinator Centre de Santé Mentale Le Méridien, 18 januari 2022 
  • Interview Sarah Scheepers, Ella vzw, 22 februari 2022
  • Interview Stijn Oosterlynck, stadssocioloog, 23 maart 2022
  • Service du santé mentale Le Méridien (2021), Diagnostic communautaire 2018-2021. Saint-Josse-ten-Noode et les quartiers limitrophes de Schaerbeek (quartier Nord-Brabant et Josaphat). Rapport final.

Homepage