Kunst met een grote of een kleine K

Aflevering 23

Catzilla, een parodie op Godzilla, werd op YouTube duizenden keren bekeken. De makers? Simpele ketten uit de kanaalzone, met simpele camera’s en zonder financiële middelen. De volkswijken van de arme sikkel zijn geen culturele woestijnen. Er wordt gedanst, gefilmd, geschilderd, geschreven en gerapt. Wie pikt die bottom-upkunst op?

‘Noem me gerust een archeologe die in de onderbuik van Brussel naar filmproductie speurt’, grapt Samira Hmouda. Ze is in het Vlaams Gemeenschapscentrum De Pianofabriek in Sint-Gillis artistiek directrice van het filmfestival System D. ‘Wat mensen in de wijken spontaan op eigen kracht maken en nadien in hun schuif opbergen, vormt 70 procent van mijn oogst. Er leeft een enorme économie de la débrouille. Films en videopodcasts worden gemaakt met simpele smartphones of camera’s, maar de kwaliteit is vaak verbazend hoog. Ik ben er om iets meer omkadering te bieden. De enige voorwaarde om in het System D-circuit te geraken, is dat je geen kunstschool mag hebben gevolgd en niet veel budget hebt. We vissen vooral uit de vijver van Brusselaars die zich uitgesloten voelen van de formele productieplaatsen, denk aan zwarte artiesten, sans-papiers, moslimafeministen, lgbtqi-personen of slechthorenden. Sommigen hebben een geaccidenteerd parcours en gebruiken hun kunst om zich uit te drukken of vertrouwen op te bouwen.’

Zo leeft er bijzonder veel boosheid in de wijken. De autodidacte filmmakers brengen verhalen over clichés, de codes en de broederschappen in de volkswijken, de vriendschap onder de drarries, het ervaren onrecht, politiegeweld en de impact van de coronalockdowns. ‘Vaak zijn die verhalen karikaturaal en humoristisch’, weet Samira. ‘Toch hoor je er een veralgemeende ras-le-bol in. De jongeren verbeelden hun eigen narratief, waarin ze frustratie en ervaren onrecht een plek geven. Als de formele cultuurhuizen ons niet vertellen, dan vertellen we onszelf, redeneren ze. Doe je mee, des te beter. Doe je niet mee, dan hebben we jou niet nodig.’

Dit vist System D op. De filmbiënnale ging in 2012 een eerste keer door. De voorbije edities werden gehuisvest in de KVS. In blokken van anderhalf uur worden de verhalen van Brussel verteld, telkens gevolgd door een debat tussen de filmmakers en het publiek. In de zaal? Een bonte mengeling van drarries, queers, latinogroepen en moslima-activisten die ijveren om los van gelijk welke vent hun sluier te mogen dragen. Een professionele jury kiest een winnaar. Soms is het festival een opstapje naar meer. Regisseurs Adil El Arbi en Bilall Fallah selecteerden voor de casting van hun eerste film Image uit het reservoir van System D.

Voor de financiering behelpt het festival zich met versnipperde subsidiepotjes. ‘Voor de Franstalige overheid is het te Nederlandstalig en voor de Nederlandstalige te Franstalig. Voor een artistieke subsidielijn zijn we te sociaal bezig en voor een sociale subsidielijn te artistiek. Kortom, de overheden schikken zich niet in het hybride. We passen niet in de strakke subsidiepolitiek.’

Zemmour en Godzilla

Meer van hetzelfde hoor ik aan de andere kant van de Vijfhoek, langs de Haachtsesteenweg in Schaarbeek. In een nogal rommelig, sinds kort erkend jeugdhuis met een afgeleefde keuken en wat zitbanken zijn Nordine Ouald Ihadj en Ismael Ben Moha de mannen achter Caméra Quartier. Ook zij maken van audiovisuele productie hun corebusiness. Doorgaans kwetsbare jongeren van 12 tot 26 jaar stappen hier vrijblijvend binnen om te kletsen of zich te amuseren rond een gezelschapsspel. Anderen gaan met Nordine en Ismael een traject aan om scenario’s te schrijven en films te leren maken en monteren. ‘Vaak kijken we samen eerst naar het journaal en zetten wat er gezegd wordt om in een humoristisch idee. Binnen de maand komen we zo tot filmpjes die op de sociale media te zien zijn.’

Ze tonen er mij enkele en alweer ben ik verbaasd over de hoge kwaliteit. Ze werken met drones en special effects. Catzilla, een parodie op Godzilla, verslindt een mens en werd naar verluidt duizenden keren bekeken. Niet alles draait om humor en sketches. De jongeren snijden ook thema’s uit hun leefwereld aan: migratie, racisme, de Franse presidentskandidaat Éric Zemmour die na de aanslagen vond dat Molenbeek moest worden gebombardeerd. En ook hier soms enkele doorbraakjes. Jongeren worden al eens door een cultureel centrum gevraagd voor een betaalde opdracht. Enkelingen zijn op YouTube intussen professionele influencers geworden en leven van reclame-inkomsten.

Vaak merk ik hetzelfde patroon. (Potentieel) artistiek talent dat informeel aan de slag gaat en hooguit door een iets formelere omkadering wordt gestut. Kijk naar Cinemaximiliaan dat tijdens de vluchtelingencrisis van 2015 van onderuit in het Maximiliaanpark ontstond. ‘Het Belgische cinefiele koppel Gwendolyn Lootens en Gawan Fagard wilde per se iets doen in dat tentenkamp waar ’s nachts de depressie neerdaalde’, herinnert coördinator Annabelle Van Nieuwenhuyse zich. ‘Alles stond er in functie van wachten, een van de meest zinloze bezigheden des levens. Wachten op de start van een nieuw leven. We gaan eens een film tonen, dacht het koppel. En deze eenvoudige actie zorgde voor mirakels. Syriërs, Irakezen en Soedanezen brachten hun eigen filmideeën aan. Er ontstonden hechte vriendschappen tussen Brusselse burgers en asielzoekers. X-aantal stappen verder mondde het uit in eigen filmproductie. Nieuwkomers vertellen daarin over hun tocht of over het leven in een opvangcentrum. Met subsidies trekken we nu ook professionals aan. Zij zorgen voor omkadering. Onze makers zijn vandaag niet meer de parkbewoners, wel mensen die in een zoveelste asielprocedure zitten en vooral hier willen blijven. Tot nu toe hebben ze dertien kortfilms en één langspeelfilm gemaakt. We ontvangen scholen die komen kijken en soms proeven we van magistrale hoogtepunten als het Gents Filmfestival ons in haar programmatie opneemt. In Bozar projecteerden we een stomme film, begeleid door een orkest van 35 nieuwkomers.’

Zoveel meer dan hiphop

Er wordt ongelooflijk veel gedanst, gefilmd, geschilderd, geschreven en gerapt in Brussel. De volkswijken zijn geen culturele woestijnen, toont een recente studie aan. Ik parafraseer. ‘Er is een overvloed aan informele culturele en artistieke scènes, gedragen door artiesten die niet zijn opgeleid in de kunstscholen. Het zijn autodidacten of ze werden getraind in socio-culturele buurtwerkingen en jeugdhuizen. Ze maken weinig of geen gebruik van overheidssubsidies en tonen hun werk op onverwachte plaatsen, zoals verlaten pakhuizen, in de publieke ruimte of op sociale media.’

Die veelheid in kaart brengen is onbegonnen werk, al was het maar omdat een deel van die artistieke producers niet eens op zoek is naar zichtbaarheid. Sommigen bedienen bijvoorbeeld gewoon de eigen etnische gemeenschap tijdens trouwfeesten of religieuze ceremonies. In Brussel zijn er veel collectieven aan het werk die parallel aan de formele cultuurcircuits hun eigen ding doen. Imazi.Reine en Bledarte zijn safe spaces voor feministen die theater en film maken. Desblocs wordt gedragen door toneel- en filmmakers uit de woonblokken van de Modelwijk in Laken. Sisterhood is een feministisch danscollectief dat uiteenlopende genres beoefent. ‘Ze zijn het beu om te smeken’, weet Samira Hmouda. ‘Formele erkenning of niet? Ze doen het gewoon, al dan niet intracommunautair en vaak met een gevoel van onrecht als gemene deler. Want ook al is er vooruitgang, je moet wel blijven schreeuwen.’

De jonge knaap Gino Amoussou beschrijft in een mooi eindwerk voor de ULB hoe de beoefenaars van de zogenaamde afrodansen in Brussel hun plan trekken. Ze betreuren het gebrek aan podiumkansen en behelpen zich met TikTok en Instagram. Dikwijls biedt een bijbaantje wat financieel soelaas. Of nog. Sinds 2019 vindt kunsthistorica Anne Wetsi Mpoma een tijdelijk onderkomen in een voormalige geneesmiddelenfabriek in Anderlecht. Studio Citygate vult er de leegstand in met kunstenaarsateliers. Op de eerste verdieping opende Anne haar Wetsi Art Gallery. ‘Ik heb Congolese roots, ben hier geboren, ben 46 jaar en slechts één keer zag ik in Brussel een expo over Afrikaanse kunst. Eentje waarvoor Congolezen waren geïmporteerd. De lokale kunstenaars waren zogezegd niet representatief genoeg. Dit zegt toch veel. Ik bied nu galerijruimte aan zwarte plastische kunstenaars die in musea, magazines of klassieke galerijen nog steeds te vaak uit de boot vallen. Representatie is belangrijk. Zo beseffen zwarte jonge Brusselaars dat ze ook kunstenaar of professor kunnen worden.’

Gaat het om informele underground cultuurproductie, dan denken we snel aan de vier disciplines van hiphop: breakdance, graffiti, rap en dj. Uiteraard zijn deze sterk aanwezig, maar de waaier is in Brussel zoveel breder. Neem nu het stand-upcomedymilieu. De Belgo-Gambiaanse François FK draait er al vijf jaar onder dit pseudoniem in mee. ‘De eerste keer stond ik in een park, op een rots voor vijftig euro voor de microfoon’, lacht hij. ‘Sinds kort kennen we een minimale organisatie. Enkele vzw’s zoals Collectif Yourire en Comédie Ket regelen plekken in bars, café-theaters of huren soms een aula in de ULB af. Vervolgens lanceren ze via Facebook doodles waarop wij kunnen intekenen. Zo speel ik tot tien keer in een maand en ga ik nadien met de hoed rond. Soms wordt de verloning aangedikt met een percent op de drankverkoop. En onder die comedians vind je van alles: Marokkanen, Turken, Grieken, Spanjaarden.’

Met hulp van professionals

Om de veelheid aan talent in te schatten, moeten we ook het sociaal-artistieke veld in rekening brengen. Om maar één voorbeeld te geven. Het Huis van Culturen en Sociale Samenhang in Molenbeek is een monument. Hun leuze? ‘Denk je dat je iets kan? Wil je een discipline leren? Kom bij ons en we werken het samen met een professionele artiest verder uit.’ Het Huis is sinds kort de thuisbasis van de vzw Leon Dance van choreograaf Seppe Baeyens. Hij noemt het liever artistiek-sociaal werk, met de klemtoon op artistiek. De realisatie van een kunstig eindproduct primeert. Zijn dansateliers zijn altijd gebaseerd op een mix. ‘Ik tracht telkens kleine gezelschappen te creëren die een afspiegeling van Brussel zijn’, legt hij uit. ‘Etnisch, maar ook qua gender en leeftijd. De ateliers staan eerst open voor iedereen. Daarna ga ik verder met een groep die een artistiek idee tot aan de finish wil trekken. De stroefheid van een man van 83 of een verrassende beweging van iemand met het syndroom van Down kan daarin een unieke plaats krijgen. Na toonmomenten in Brussel toeren we ook internationaal. Daarvoor moet alles wat rond creatie draait mee zijn: de ouders, de school en het zorgkader van een mindervalide persoon. P.A.R.T.S. van Anne Teresa De Keersmaeker en Ultima Vez van Wim Vandekeybus hebben Brussel terecht op de wereldkaart van de hedendaagse dans gezet. Van over heel de wereld komen hoogopgeleide dansers er op auditie in de hoop om een schaarse plek in de wacht te slepen. In Brussel werken wij met Leon Dance echter enkel nog bottom-up.’

‘Er schuilt bijzonder veel creatief kapitaal in de stad’, besluit professor theater- en cultuurstudies Karel Vanhaesebrouck van de ULB. ‘Maar de doorstroming naar de officiële cultuurhuizen moet nog veel groter worden. De informele kunstenaars creëren wel hun eigen netwerken, maar als ze nog meer hun weg naar de erkende tempels zouden vinden, dan kunnen ze daar de formele, erkende kunst uitdagen. De informele ‘bastaard’ artiest wordt dan een parasiet die het officiële of geïnstitutionaliseerde repertoire onzuiverder en stedelijker maakt. Net die onzuiverheid maakt het culturele leven in Brussel zo interessant.’


Bronnen:

  • Amoussou G. (2020), Danses Afro à Bruxelles. Facteurs déterminants du succès des parcours artistiques. Masterthesis, promotor Karel Vanhaesebrouck, ULB.
  • Interview Annabelle Vannieuwenhuyse, coördinator Cinemaximiliaan, 29 maart 2022
  • Interview Anne Wetsi Mpomo, curatrice Wetsi Art Gallery, 11 februari 2022
  • Interview François FK, stand-up comedian, 15 januari 2022
  • Interview Karel Vanhaesebrouck, professor theater- en cultuurstudies ULB, 14 januari 2022
  • Interview Nordine Ouald lhadj en Ismael Ben Moha, coördinators asbl Caméra Quartier, 20 januari 2022
  • Interview Samira Hmouda, Artistiek directrice festival Système D, Citylab (Pianofabriek), 26 april 2022
  • Interview Seppe Baeyens, Leon Dance, 8 februari 2022 
  • Rinschbergh F., Swyngedouw E. en Vlegels J. (2018), Werk en diversiteit in de culturele en creatieve industrie van Brussel / Conditions de travail et diversité dans les industries culturelles et créatives de Bruxelles.

Homepage