‘Een psy, dat is voor zotten’

Aflevering 12

Terwijl het onder witte middenklassers hip is om uit te pakken met ‘mijn psy heeft gezegd’, is dat voor veel andere groepen in Brussel niet zo. Rond de mentale gezondheidszorg hangt veel schaamtecultuur. ‘Liever het probleem afschuiven op het boze oog, dan nadenken over zichzelf.’ Psychologen graven via omwegen naar de ziel.

Ook Belgo-Belgen zijn er nog niet uit. Als de VRT een reeks brengt waarin bekende Vlamingen vertellen over hun passage bij de psycholoog, dan doet ze dat om de mentale zorgverlening uit de taboesfeer te halen. Toch is het onder de witte middenklasse haast hip geworden om uit te pakken met ‘mijn psy heeft gezegd’. Dat ligt anders in hyperdivers Brussel. Bij veel groepen hangt nog veel schaamtecultuur rond de mentale gezondheidszorg en het openlijk praten over emoties. ‘Veel mannen hier hebben zelfs geen psychologische problemen’, zegt huisarts Vincent Janssens ironisch. ‘Op samenlevingsniveau leidt deze ontkenning tot problematisch gedrag. Gevoelens blijven onuitgesproken, seksuele voorkeuren worden onderdrukt en spanningen stapelen zich op, totdat het ontploft. Ik zie veel geweld in gezinnen.’

‘Dat is net een van onze taken’, borduurt psychologe Ismat Chowdhrie hierop verder. ‘Als je als kind opgroeit in een omgeving waar op sommige emoties een taboe rust, dan moet je leren om er woorden op te plakken. Doe je dat niet, dan kan dat leiden tot agressie, lichtgeraaktheid, angst of concentratiestoornissen. Onder Pakistaanse nieuwkomers of Pakistaanse Brusselaars van de oudere generaties zie je veel weerstand ten aanzien van psychologen. In de gemeenschap is imago erg belangrijk. Zo is er veel geheimhouding. Op drugs en seksuele thema’s ligt een (religieus) taboe. Je deelt niet zomaar gevoelens met derden en dus duurt het een tijd tot ik openingen vind.’

Ook de dienst interculturele bemiddeling van het Integratiecentrum Foyer in Molenbeek tracht de drempels van de mentale gezondheidszorg te verlagen. ‘Chinezen van het platteland associëren psychologische hulp met gestoorde mensen’, weet Ann Trappers. ‘Of je hebt de Marokkaanse patiënt die een probleem afschuift op het boze oog of op de djinn die hem in zijn macht heeft. Onze bemiddelaars spelen daarop in, zorgen in eerste instantie dat deze (bij)gelovige mensen zich niet belachelijk voelen en trachten hen dan te doen inzien dat een alternatieve zorgversterking zinvol kan zijn. Ook niet alles is cultureel bepaald. Er speelt onwetendheid mee of soms hebben mensen een te beperkte woordenschat om gevoelens te benoemen.’

Via omwegen naar de ziel

Psycholoog Redouan Ben Driss ontvangt me in het Centrum voor Geestelijke Gezondheid in Laken. Het gros van zijn patiënten heeft een migratieachtergrond. Zestig procent is Marokkaans. Verder schuiven ook Turken, Syriërs, Irakezen, Filippijnen of Oost-Europeanen aan. Meestal zitten ze in armoede en zijn ze kortgeschoold. Onder hen significant veel alleenstaande moeders en jongeren met gedragsproblemen.

‘We zijn tweedelijnszorg. Patiënten bereiken ons dus na doorverwijzing. Vaak wijten ze hun aanwezigheid eerst aan de doorverwijzende instantie. Vervolgens beklemtonen ze hun fysieke klachten. Als je daar doorheen bent, kom je uit bij het boze oog en pas daarna kan je aan psychologie beginnen doen’, glimlacht hij. Het is als karikatuur bedoeld, maar hij wijst hiermee wel op het feit dat het in veel culturen niet vanzelfsprekend is om het lijden in zichzelf te zoeken. De oorzaak wordt geëxterioriseerd.

‘Je moet patiënten altijd ernstig nemen, ook in hun bijgeloof’, legt Redouan uit. ‘Als iemand zijn probleem toeschrijft aan het boze oog, is dat voor mij het vertrekpunt. Ik vraag dan eerst wat dat voor iemand precies betekent en pas daarna hoe de persoon zich daarbij voelt. Zo kom je geleidelijk aan bij het ‘ik’ en leren patiënten hun problemen anders formuleren.’

‘Heel juist’, zegt Ismat. ‘Je vertrekt van de cultuur of de religie van de persoon en je laat hem zich daarin eerst volwaardig voelen. In die zin zou het goed zijn als de Brusselse zorgverstrekkers cultuurdiverser worden. Een witte psycholoog zal nooit feilloos een Marokkaanse patiënt aanvoelen. Cultuursensitieve opleiding is nodig, maar als het zorgpersoneel zelf diverser wordt, dan zal de cultuurgevoeligheid automatisch toenemen.’

Op de vlucht

Beiden werken ook met asielzoekers en erkende vluchtelingen. Ismat focust vooral op Afghaanse minderjarige asielzoekers. Soms zijn die jaren onderweg door Iran en Turkije en komen ze in Brussel aan met een rugzak vol geweldervaringen. Ze werden verkracht of ze prostitueerden zich om de volgende mensensmokkelaar te kunnen betalen. ‘Ik behandel hun traumaverhalen over foltering en vaak hebben ze mensen zien sterven’, duidt Redouan. ‘Asielzoekers zien ook af van de aanpassingsproblemen. Ze voelen zich hier gedesoriënteerd. En eens erkend, wacht hen de lange weg naar huisvesting en werk, noem het un parcours de combattants. Maar altijd verbaas ik me over hoeveel kracht die mensen hebben en hoe sommigen in een recordtijd Nederlands leren spreken. Ze staan nooit stil. Het is altijd van ‘ik moet, ik moet, ik moet’, terwijl ze vooral nood hebben aan rust en stabiliteit.’

Asielzoekers zijn een aparte realiteit in het Brusselse landschap van de mentale gezondheidszorg. Herman Van Herck was jarenlang huisarts in het Klein Kasteeltje. ‘Je ziet daar veel posttraumatische stressstoornissen, meestal als gevolg van de oorlog of het vluchtverhaal. Libië is een afschuwelijke plaats als je in transit bent. In kampen word je gefolterd. Ga er maar vanuit dat veel vrouwen die in het Klein Kasteeltje arriveren ooit zijn verkracht geweest, ook veel mannen trouwens. En dat stopt niet per se zodra ze in Brussel zijn. De Afghanen van het Klein Kasteeltje die in Pakistaanse nachtwinkels in het zwart werken, kunnen er ook worden verkracht. Het maakt deel uit van het werkpakket. Dat is niet zomaar een fait divers. Ze kwamen geregeld met dit soort van verhalen naar mij toe. Het lijkt een systeem te zijn, met schaamte en woede tot gevolg.’

Brussel heeft twee centra waar psychologen gespecialiseerd zijn in de traumaverwerking van asielzoekers: Ulysse in Elsene en Centre Exil in Etterbeek. In het tweede wacht de Brussels Iraanse psycholoog Reza Kazemzadeh me op. ‘De meerderheid van onze patiënten zit in een asielprocedure en bereikt ons na doorverwijzing vanuit een opvangcentrum van Fedasil. Een ander deel zijn uitgeprocedeerden die vaak op straat verblijven en aangemoedigd worden door Dokters van de Wereld, landgenoten of advocaten die er een manier in zien om hun dossier te heropenen. Een laatste groep zijn de erkende vluchtelingen die intussen vaak Frans kennen en al wat vertrouwd zijn met een centrum voor mentale gezondheid. Want vergeet niet dat de meesten dat associëren met een psychiatrisch asiel.’

Een doorsnee sterveling zou denken dat de eigenlijke traumabehandeling meteen centraal staat. Veel aandacht gaat echter naar de begeleiding van hun leven in Brussel. ‘Ze hebben zowel een getraumatiseerd verleden als een niet gestabiliseerd heden. Het is in deze fase dat wij hen ontvangen. Ze zoeken volop naar nieuwe levensstrategieën in een ontwortelde context. Plots beseft de man dat hij hier niet hetzelfde werk zal kunnen doen. En tot de vrouw dringt door dat ze niet meer in het huishouden zal staan, maar de taal moet leren. Ze zijn erg bezig met het heden en soms vertaalt zich dat in schijnbaar banale verwondering. Waarom groette de buurman me niet terug? Of je hebt jonge vrouwen die zich afvragen hoe het hier met de jongens zit. Voor al die gewone zorgen konden ze vroeger terecht bij de brede familie. Nu staan ze er alleen voor.’

Voor de echte traumaverwerking werkt ook het Centre Exil erg cultuursensitief. ‘In het Westen praten we vlot over het verleden en emoties. Maar in veel culturen somatiseren mensen hun psychisch lijden. Ze zeggen dat ze rugpijn hebben zonder erbij te vertellen dat ze vaak moeten huilen. Vraag hen of ze angsten hebben en dan antwoorden ze nee. Maar vraag hen of ze hartkloppingen hebben en dan is het ja. Gedeprimeerd is nee, maar heb je slaapstoornissen is ja. We werken dus via het fysieke naar het psychologische toe. Nog een courante realiteit is dat veel van onze patiënten hun trauma-ervaring al jaren zonder behandeling meeslepen. Hoe jonger ze zijn, hoe erger dat is.’

Hoe zo’n trauma zich uit, vraag ik Reza. ‘In een opvangcentrum geraakte een Afghaanse man bijvoorbeeld in een delirium. Hij had mensen zien vermoorden en meende dat men hem vanuit Afghanistan zou komen halen voor een gelijkaardige terechtstelling. Zijn hallucinatie maakte dat hij niet meer at en zich niet meer bewoog. Hij hield zich voor dood, vanuit het idee dat men in Afghanistan het plan zou opgeven om hem te komen halen. Zo’n delirium heeft een verdedigend effect. Je mag de persoon er niet te snel uit bevrijden. Maar in dit geval was het schadelijk voor zijn gezondheid, omdat hij niet meer at.’

In Centre Exil werken psychologen met Marokkaanse, Iranese, Zuid-Amerikaanse en Algerijnse achtergronden. Daarmee bieden ze een meerwaarde op het vlak van taal en cultuurgevoeligheid. ‘Ondanks de vooruitgang die we de voorbije twintig jaar hebben geboekt, blijft dit toch nog een uitdaging’, aldus Reza. ‘De centra voor mentale gezondheid en ook de ziekenhuizen moeten op zijn minst een beetje geïnitieerd worden in cultuursensitieve zorg. Hyperdiversiteit is nu eenmaal onomkeerbaar geworden. Én we moeten oog hebben voor de toenemende precariteit. Het is voor onze patiënten geen evidentie om tot bij ons te geraken. Soms hebben ze geen geld. Ze moeten hun weg vinden. Breid niet enkel het zorgaanbod uit. Differentieer het ook en maak het ambulanter. Zoek zelf de mensen in de wijken op. Want de noden zijn erg groot.’


Bronnen:

  • Imag (2021), Soignants, soignés. Plaidoyer pour les médiateurs. Nr. 355, Centre Bruxellois d’Action Interculturelle.
  • Interview Ann Trappers, hoofd dienst interculturele bemiddeling Foyer, 8 november 2021
  • Interview Herman Van Herck, huisarts bij Planning Familial Groupe Santé Josaphat en Planning Familial Woluwe, 14 oktober 2021
  • Interview Ismat Chowdhrie, klinisch psychologe in huisartsenpraktijk Patio, Jette, 29 oktober 2021
  • Interview Redouane Ben Driss, psycholoog, Centrum voor Geestelijke Gezondheid, Laken, 20 oktober 2021 en 25 november 2021
  • Interview Reza Kazemzadeh, psycholoog Centre Exil, 30 november 2021
  • Interview Vincent Janssens, huisarts in de praktijk Horizont in Jette, 7 oktober 2021
  • Interview Yahyâ Hachem Samii, directeur van de Ligue Bruxellois pour la Santé Mentale, 17 november 2021 

Homepage