Een krot of een loft?

Aflevering 7

‘Wij zijn niet bang voor muizen, want de ratten eten ze op.’ Het schrijnende gebrek aan betaalbare kwaliteitsvolle huisvesting bepaalt haast wie je bent in hyperdivers Brussel. Huisvesting maakt of kraakt een leven. ‘Soms kom ik in een studio met een dubbelbed voor twee volwassenen, twee kinderen en een baby die je daar tussen moeten zoeken.’ Wat zijn de oorzaken van de woningcrisis en waarom sleept die al zolang aan?

Tijdens mijn rondreis door Oud-Molenbeek zag ik in 2016 de huiszwam aan het werk. Op een vochtige zolder vrat hij zich genadeloos een weg door dak- en vloerbalken, met risico op instortingsgevaar. Minder extreem waren douches zonder sifon die in kelders verzakten, met risico op stank en opwellend rioolwater, ruimtes zonder verluchting, waarin geleefd werd met artificieel licht of plekken met slechte gaskranen en stoffen elektriciteitsbekabeling die doorbrandt. Een eigenaar wist niet beter dan een smeekbede rond een deurklink te hangen: ‘Prière de fermer la porte de la cave à cause des rats.’

En dan waren er de eerder courante toestanden. Hoe piepkleine ruimtes tot twee stapelbedden bevatten. Hoe het salon bij valavond een slaapkamer werd. Ligbanken in keukens of uitschuifbare matrassen onder bedden. Kleurrijke bedovertrekken, dat wel. En vaak oogde het ook kraaknet. Bleekwater moet een typische geur zijn. Huisartsen vertelden me hoe veel vrouwen kuisziek zijn, zich kapot schrobben en vocht geregeld overschilderen. Maar wat haalt dat uit als je met vijf te dicht op elkaar woont en je elke ochtend de condens van de ramen moet vegen?

Veel is er niet veranderd. Vroedvrouw Karlijn De Goede van het wijkgezondheidscentrum De Brug bekijkt in Anderlecht, Molenbeek en Koekelberg tijdens huisbezoeken hoe het loopt na de bevalling. ‘Soms kom ik in een studio met een dubbelbed voor twee volwassenen, twee kinderen en een baby die je daar dan tussen moet zoeken. De huisvesting komt des te harder binnen in het geval van mensen zonder papieren: een kot achter een kot, ijskoud en een mama onder een stapel dekens.’

De grote vraag naar betaalbare huisvesting zet de deur open voor de opsplitsing van woningen en het volbouwen van binnengebieden. Niet enkel in Oud-Molenbeek, in heel de arme sikkel. Niet zelden wordt er gewoond in kelders of op zolders, en als die vol zijn, dan maar in achterbouwconstructies. De tiermondisering van de woningmarkt. Hoe ver kan je doorgaans oude, slecht uitgeruste bebouwing tot een mozaïek laten versplinteren?

De gevolgen laten zich raden. Astma door schimmel en vocht in huis. Kinderen die moe toekomen op school, of anders opgefokt, omdat ze thuis geen speelruimte hebben en hun energie niet kwijtraken. Slechte huisvesting holt de psychologische weerstand van mensen uit en verhoogt de kans op intrafamiliaal geweld. In het bijzonder tijdens de coronalockdowns was dat het geval. ‘Er is geen plaats om zich even af te zonderen’, stelt onderzoekster Rebecca Thys. ‘Dat verhoogt de stress. Vaak verhuist men ook, op weg naar toch iets beters. Ook dat genereert stress, omdat de kinderen van school moeten veranderen of de afstand tot de school veel langer wordt.’

De schuldvraag kan soms verrassend zijn. Geldbejag is een doorslaggevend motief voor de huisbaas om weinig te investeren. Zolang er kan gemolken worden, melkt hij. Maar veel eigenaars beseffen de ernst ook gewoon niet. Soms denken ze dat ze met krotten mensen vooruithelpen. Vanuit een orale traditie zijn sommigen ook niet vertrouwd met de juridisch dwingende huisvestingscode. Ook huurders laten soms moedwillig de schade aanzwellen om extra punten op de wachtlijst voor een sociale woning te scoren. Niettemin ligt de hoofdverantwoordelijkheid niet bij de ‘kleine mensen’, wel bij de structuur van de huisvestingsmarkt.

Huisvesting bepaalt wie je bent

In Brussel vind je een grote variëteit aan groepen met eigen woonbehoeftes. Er zijn geïsoleerde bejaarden, middenklassers die het niet breed hebben of mensen met een beperking. Er is de erg grote groep van alleenstaanden, in 2020 goed voor 46 procent van de huishoudens. Er zijn de eenoudergezinnen, waarbij het in 86 procent van de gevallen gaat om een alleenstaande moeder met kinderen. In 2018 waren er naar schatting zo’n 4200 dak- en thuislozen. Op de woningmarkt vertaalt zich dat in nood- of crisisopvang, transitwoningen, kraakpanden en onderhandelde bezettingen.

Ik kies ervoor om deze variëteit te herleiden tot de meest eenvoudige tweedeling: the have en the have not’s, zij die comfortabel wonen en zij voor wie het recht op wonen een strijd is. Huisvesting maakt of kraakt je leven.

Jaar in jaar uit lees je dezelfde alarmkreten, analyses en harde feiten. In 2019 wees 1 op 4 Brusselaars op problemen van overbewoning, vocht, schimmel of ongedierte. Zeven procent kon zijn woning onvoldoende verwarmen. Werner Van Mieghem van de Brusselse Bond Recht op Wonen houdt al 25 jaar de vinger aan de pols en ziet steeds meer polarisering rond woonbeleid. ‘Als de overheid met een sociale insteek aan het werk wil, dan wordt dat door buurtbewoners, gemeentelijke mandatarissen en actiecomités vaak afgeremd. In Woluwe worden de sociale woningbouwprojecten tegengehouden of wordt het sociale aspect eruit gehaald. Ze willen geen sociale sukkelaars.’

‘We hebben een huisvestingscode die de verhuur van ongezonde woningen strafbaar maakt en verhuurders verbiedt om buitensporige huurprijzen te vragen. Alleen dwingen we dat niet af. Veel gemeenten zijn terughoudend om ongezonde woningen effectief te sluiten, omdat ze anders huurders moeten herhuisvesten. Gemeentelijke inspectiediensten, zoals die van Brussel-Stad en Molenbeek, doen wel hun best, maar hebben onvoldoende financiële middelen om gebouwen in eigen beheer over te nemen. Elke gemeente zou haar verantwoordelijkheid moeten opnemen. Vandaag valt alle last op de schouders van de centrumgemeenten. Minister-President Rudi Vervoort (PS) zegt al jaren dat hij de gemeentedotaties socialer wil maken. Daarbij zouden de gemeenten uit de tweede kroon die onvoldoende inspanningen leveren een deel van hun dotatie moeten afstaan aan de gemeenten met de meeste noden. Maar deze politieke visie geraakt niet door het parlement. De rijke gemeenten lobbyen. Eigenlijk zou de gemeentedotatie moeten worden gekoppeld aan de regel dat elke gemeente 15 procent publieke huisvesting moet realiseren.’

Daarmee raakt Werner Van Mieghem alvast één structureel aspect van de huisvestingscrisis aan: de gekende nood aan sociale huisvesting. In 2020 stonden ongeveer 49.200 gezinnen op de wachtlijst. De coronacrisis voegde er bijna 900 aan toe. Alles samen gaat het om ongeveer 128.000 Brusselaars, dus ruim 10,5 procent van de bevolking.

Maar ook al zit je met een overheid die wel wil, dan nog kan ze niet zomaar. Ze bezit slechts 11,5 procent van de Brusselse woningvoorraad. 88,5 procent zijn privéwoningen. Ongeveer 40 procent hiervan worden bewoond door de eigenaars. De rest zijn huurwoningen in een geliberaliseerde huizenmarkt zonder huurplafonnering.

In 2020 telde het Brussels Gewest 555.967 gezinnen en 579.619 woningen. Niet het aantal beschikbare woningen is dus het probleem, wel het alsmaar groter wordende deel van de bevolking dat geen toegang heeft tot deze woningen. Al jaren wordt de trend van de stijgende huurprijzen niet gevolgd door stijgende inkomsten. Loonindexeringen ten spijt, Brussel verarmde de voorbije dertig jaar.

Naarmate de goedkope huizenmarkt slinkt, treden ook meer burgers met een laag inkomen met elkaar in concurrentie. Dit doet andermaal de prijzen stijgen. Het is treffend hoe de huurprijs van kleine woningen sneller stijgt dan die van grote. Een huurappartement met twee slaapkamers is vandaag duurder in Laag-Molenbeek dan in Namen. Wegtrekken uit de arme sikkel is al jaren niet enkel de zaak van middenklassers, ook de armere volksklassen schrijven mee aan dit verhaal.  

Of je blijft en draait ervoor op. In 2019 schatte een enquête dat een derde van de Brusselaars woont in een huishouden waar de huisvestingskost meer dan 40 procent van het beschikbare inkomen uitmaakt. Op basis van de mediane huurprijs (650 euro) zou een alleenstaande met een leefloon in dat jaar bijna 70 procent aan huur betalen. Dan rest dus 279 euro om de maand door te komen. Verbaast het dat een significant aantal Brusselaars gezondheidszorg moet uitstellen?  


Bronnen:

  • Dessouroux C., Bensliman R., Bernard N., De Laet S., Demonty F, Marissal P en Surkyn J. (2016), Huisvesting in Brussel: diagnose en uitdagingen. In: Brussels Studies, Synthesenota BSI, 06/06/2016, nr. 99.
  • Interview Karlijn De Goede, vroedvrouw in wijkgezondheidscentrum De Brug in Molenbeek, 29 december 2021
  • Interview Werner Van Mieghem, Brusselse Bond Recht op Wonen, 14 februari 2022
  • Noodplan Huisvesting (2020-2024), beleidsprogramma van Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris voor Huisvesting.
  • Service de Santé Mentale Le Méridien (2021), Diagnostic communautaire 2018-2021. Saint-Josse-ten-Noode et les quartiers limitrophes de Schaerbeek (quartier Nord-Brabant et Josaphat). Rapport final.
  • Thys R. (2020), Kwetsbaarheid en veerkracht in Brussel. Brusselse gezinnen met kinderen in precaire leefomstandigheden. Kenniscentrum WWZ.
  • Vandecandelaere H. (2016), In Molenbeek. EPO, Berchem.
  • Welzijnsbarometer (2020), Brussels Armoederapport. Observatorium voor Gezondheid en Welzijn Brussel.

Homepage